De Trapveer
Hoe werkt een trapveer?
Richard T. James (VS, 1914-1974) is de uitvinder van de trapveer. Een trapveer laat zien hoe energie opgeslagen wordt. Je hoeft er maar een duwtje tegen te geven en hij loopt vanzelf de trap af. De potentiële energie (voorwerpen die niet bewegen, kunnen energie opgeslagen hebben), wordt omgezet naar kinetische energie (ook wel bewegingsenergie). Als de veer in beweging is gebracht, wil hij in beweging blijven, totdat de kracht van buitenaf (zoals de grond) ervoor zorgt dat hij langzamer gaat bewegen of tot stilstand komt. Er is veel onderzoek gedaan naar de werking van de trapveer zoals in dit document beschreven.
De trapveer als metafoor
Wij zien de trapveer als een metafoor voor het individu, in dit geval het kind. Soms heeft het kind een duwtje nodig om zijn veerkracht weer terug te vinden en in beweging te blijven. Ook heeft het een positief systeem nodig om te voelen dat het zelf regie mag nemen over zijn leerproces. Door de focus te leggen op talenten en mogelijkheden, mag het kind zelf de ruimte pakken om te spelen op zijn manier. We gunnen elk kind de blik van verwondering naar de kracht van zijn trapveer. Een trapveer zit vaak verpakt in een mooi doosje. Zodra de trapveer uit zijn doosje komt wil hij springen en bewegen. Oorspronkelijk komt de naam 'trapveer' van het Amerikaanse 'slinky', wat verwijst naar spring (de lente). We gunnen dat elk individu out of zijn box durft te gaan en verwonderd gaat kijken naar zijn eigen veerkracht.